De sluiting en uiteindelijk afbraak van de Pniëlkerk in Duindorp is maar een van de kerksluitingen, die mevrouw Flinterman-Van Hoeken heeft meegemaakt. Zij woont in het Statenkwartier, en is al een groot deel van haar leven gemeentelid van de Protestantse Gemeente Scheveningen (fusie PKN van de Gereformeerde kerken en Hervormde gemeente Scheveningen) rondom Scheveningen, waar ze ook actief was als bestuurder en vrijwilliger.

Mevrouw D. Flinterman – van Hoeken (foto Robin Butter)Mevrouw D. Flinterman – van Hoeken (foto Robin Butter)

“Het aantal mensen neemt af, de gebouwen zijn duur. En monumenten brengen de verplichting met zich mee dat ze regelmatige een restauratiebeurt moeten hebben. Dus de beslissing om open te blijven heeft ook met geld te maken.” De Ichtuskerk aan de Duinkerksestraat, waar ze zich in 1985 op Scheveningen aansloot werd in 1995 verkocht, De Immanuëlkerk op de hoek Westduinweg/ Kranenburgweg werd in 1988 gesloopt. Ze is er trots op dat het gelukt was om de Pniëlkerk tien jaar langer dan gepland open te houden om ook mensen de kans en tijd  te geven een beslissing te nemen hoe er een keuze voor de toekomst gemaakt kon worden.

Meeverhuizen na iedere sluiting

Mevrouw Flinterman-Van Hoeken, co-auteur van het aanvullende gedeelte van het  boek “1877 – 2002 De Geschiedenis van de Gereformeerde kerk te Scheveningen”, verhuisde na een sluiting steeds mee naar weer een andere kerk in de buurt. “Maar vaak voelde het in de volgende kerk alsof ik terug in de tijd ging. Het waren steeds behoudender gemeenten met een religieuze opvatting die een andere kijk op opvatting over de regels en “kerk zijn” hadden. Ik had er op zich geen probleem mee en voelde me overal wel thuis.

In 2009 werd de Pniëlkerk-gemeente (Gereformeerde Kerk)  samengevoegd met de Hervormde gemeente van de vlakbij gelegen Prinses Julianakerk. Eerst zou de Pniëlkerk plaats maken voor een appartementencomplex met daaronder een multifunctionele kerkzaal. Toen dit niet doorging werd het gebouw verkocht en werd er een Indiaas cultureel centrum gevestigd. Dat leidde tot spanningen in de buurt. De ramen werden regelmatig ingegooid. In 2018 stond het gebouw weer leeg. Daarna is de kerk versneld gesloopt, om geen doelwit te zijn voor relschoppers wegens de afgelaste vreugdevuren. Een vastgoedontwikkelaar heeft de kerk in 2019 gekocht en heeft plannen om nu alsnog een appartementsgebouw op de lege plek te gaan bouwen. De procedure is nog niet afgerond.

"Iets minder behoudend"

Er kon heel veel bij de Pniëlkerk, herinnert Mevrouw Flinterman zich. Er waren veel activiteiten en het was een hechte gemeenschap. “Over het algemeen waren de Gereformeerde kerken in Scheveningen “vooruitstrevender”of beter gezegd “iets minder behoudend” dan de Hervormde gemeente. De Hervormde gemeente  Nieuwe Badkapel die oorspronkelijk op de inkomende bewoners van het Belgisch Park gericht was had een iets andere richting dan de oudere Hervormde kerkelijke gemeenten. De Hervormde kerk was per wijk georganiseerd. De Gereformeerde kerken waaronder de Pniëlkerk vormden met de andere Gereformeerde  kerken als organisatie één geheel .

De Gereformeerde Pniëlkerk en de Hervormde Prinses Julianakerk lagen weliswaar bijna naast elkaar, aan de Tesselsestraat en Vlielandsestraat, maar waren totaal verschillend. Zo had er in de kerkenraad van de Julianakerk nog geen vrouwen gezeten terwijl dat bij de Pniëlkerk gewoon gebruikelijk was.”

Een ritueel maken van het samengaan

Toch verliep de overgang naar de Julianakerk prima. De kerkenraden gingen in elkaar op, en ook tijdens de dienst werden elkaars liederen afgewisseld. “Veel gemeenteleden van de Pniëlkerk staken over naar het nieuwe kerkgebouw en vormden een nieuwe gemeente samen met de Prinses Julianakerk , en die kleine groep, die het er niet mee eens was, ging voornamelijk naar de Bethelkerk (oorspronkelijk ook een Gereformeerde kerk), en vanuit de Prinses Julianakerk stapten enkelen over naar de Hervormde gemeente van de  Oude Kerk van Scheveningen of de Bethlehemkerk aan de Laan van Meerdervoort (Gereformeerde Bond Den Haag).  We hebben van het samengaan van de Pniëlkerk en de Prinses Julianakerk een echt ritueel gemaakt: we liepen er met z’n allen als kerkenraad naar toe. In de eerste dienst in de Prinses Julianakerk liepen de beide dominees in toga de straat over en werden “onze”  Statenbijbel en het Avondmaal stel feestelijk en plechtig  overgedragen aan de dominee van de Prinses Julianakerk. Het was een emotioneel moment, soms speelt een heel leven van een familie zich toch af rondom een kerkgebouw. Veel speciale gebeurtenissen zoals trouwen, doop of begrafenissen vinden daar plaats.”

Overal vind je aardige mensen

De culturele en sociaal-economische verschillen zijn groot in het stadsdeel Scheveningen. Tussen Duindorp, Geuzenkwartier, Oud-Scheveningen en het Statenkwartier liggen werelden van verschil, al zijn er volgens Mevrouw Flinterman ‘overal aardige mensen’ te vinden en voelt men zich op Scheveningen, ook in de verschillende kerken wel verbonden met elkaar.

“In Scheveningen zitten veel mensen met elkaar in verschillende clubjes en verenigingen, zo ook met de zangkoren. Dat sterke gemeenschapsgevoel is de grote kracht van Scheveningen. Ik heb  daar ook altijd aan meegedaan bijvoorbeeld met de open dagen van de kerken. Bij het 100-jarig bestaan van de haven heb ik ‘Geloven bij de vleet’ georganiseerd. Daarvoor werden alle kerkgenootschappen benaderd en iedereen deed mee.  

In het Statenkwartier is de sociale samenhang veel kleiner. Maar ook Scheveningen verandert, er wordt veel  nieuw gebouwd. De oorspronkelijke vissersgemeenschap is geheel veranderd, de jeugd trekt weg door gebrek aan gezinshuizen en het vinden van werk in andere regio’s, er komt veel import. Er zijn, zoals in veel oudere stedelijke gebieden ook vernieuwingen nodig. De oorspronkelijke bewoners vinden dat niet altijd zo nodig. Ze zijn bang voor fikse huurverhogingen en zijn niet zo veeleisend. De angst en onvrede voor alle wijzigingen van hun gemeenschap, die bedreigende gevoelens opwekken maakt dat ze in de politiek kiezen voor partijen die dit ook verwoorden ( o.a. de PVV) . Veel Scheveningers zijn in de jaren ‘70 van de vorige eeuw al vertrokken naar Zoetermeer, Leidschendam omdat daar geschiktere huisvesting te vinden was en ook lang niet iedereen meer in de visserij werkzaam was.

Ook in de kerk vind je rust en ontspanning

Zelf is mevrouw Flinterman getrouwd in de Noorderkerk (Den Haag) en heeft daar ook jeugdwerk gedaan. Ook die kerkgemeente is gekrompen en werkt samen met anderen om  open te kunnen blijven. “Alle kerken kampen uiteindelijk met diezelfde problemen. Nieuwe aanwas van jeugd is gering. De Bethelkerk, waar ik nu toe behoor, richt zich behalve op alle leeftijden, vooral op gezinnen op 30’ers en 40’ers. Ik snap in het algemeen wel dat die groep minder naar de kerk gaat. De vrouwen werken tegenwoordig net zo veel als de mannen en beiden zijn in het weekend kapot van al het werk. Natuurlijk hebben ze dan geen zin om in het weekend ook nog gebonden te zijn, ze zijn gewoon doodop en hebben behoefte aan een dagje rust of ontspanning.”  In de kerk kan je die trouwens ook best vinden, er wordt veel georganiseerd om met elkaar op een gezellige manier op te trekken en vooral ook een band op te bouwen in een gemeenschap die er voor je kan zijn ook in lastige tijden. Het delen van religiositeit is voor elk mens volgens mij belangrijk.

Ook de Prinses Julianakerk in Duindorp probeert gaat met haar tijd mee. “Daar is nu een zogeheten “2.0 dienst” ingesteld. Een dienstbijeenkomst op een hippe, wat informelere  manier met een ander soort meer hedendaagse muziek. Ze willen daarmee zich meer richten op jonge mensen. Eigenlijk wel grappig, dat zij zichzelf onderscheidend vinden. Ik moet eerlijk zeggen dat ik heel wat jaren geleden al diezelfde ‘vernieuwende’ dingen voorbij heb zien komen in de Noorderkerk . Maar door de tijd heen is denk ik  door de vergrijzing in de kerken 2.0 eigenlijk alweer opnieuw nodig geworden om jongeren bij de kerk te betrekken en een gevoel van identiteit te bieden.”

Hospitaal Kerkschip 'De Hoop', een tot motorschip omgebouwde zeilschoener uit 1913, varend in volle zee (foto Press-Art Studio)Hospitaal Kerkschip 'De Hoop', een tot motorschip omgebouwde zeilschoener uit 1913, varend in volle zee (foto Press-Art Studio)

Niks mis met een stukje eigenheid

Ook de opvallende oude kerk in de Keizerstraat, een icoon van de vissersgemeenschap, Hervormd met een wat zwaarder stempel, heeft niet zoveel leden meer als vroeger. “Zij proberen ook te blijven voortbestaan en halen hun inkomsten voornamelijk uit de verhuur van het kerkgebouw. Iedere kerkelijke gemeente probeert op zijn eigen manier te overleven in deze tijd. In de Nieuwe Badkapel wordt veel cultuur als onderdeel van de eredienst ingevoegd onder andere  in het houden van cantatediensten. Het is eigenlijk wel jammer dat het erop lijkt dat er meer “concurrentie” dan samenwerking lijkt te komen, omdat men zich terugtrekt achter de eigen kerkmuren om zich te richten op de toekomst.” De kerken hebben over het algemeen wel de wens om zich meer open te stellen voor de buitenwereld en sluiten daar ook best goed op aan. De eigen identiteit, al is men verenigd in de Protestantse Gemeente Scheveningen, (PKN) blijft een belangrijke rol spelen. Als men daarnaast elkaar blijft respecteren is er niets mis mee met een stukje eigenheid. Zo is er altijd wel een kerk te vinden waar je je thuis kunt voelen.

1877-2002: De geschiedenis van de gereformeerde kerk in Scheveningen

Leuk artikel? Lees dan het verhaal achter de Pniëlkerk, een van onze andere Verhalen van de stad en blogs, of ga naar onze achtergrondinformatie over de serie 'Geloven in verandering.'