De naoorlogse wederopbouw leidde tot de oprichting van nieuwe kerken, zowel protestants als katholiek. In Den Haag werden in rap tempo nieuwe volkswijken aangelegd, en daar konden de kerken niet bij achterblijven. Geschat werd dat zich in de wijken Morgenstond en Moerwijk 25.000 hervormden zouden vestigen. Bij de nieuwe bouwplannen werden de kerken betrokken. In het eerste decennium na de bevrijding liet de Haagse Hervormde Gemeente maar liefst negen nieuwe kerken en wijklokalen bouwen.

Paaskerk. Wandplastiek in de kapel, vervaardigd door leerlingen van de Academie van Beeldende Kunsten te Rotterdam, op initiatief van de leraar H. Hierck, Haags kunstschilder (foto Stokvis)

Eén daarvan was de Paaskerk aan de Harmelenstraat, in de wijk Leyenburg (stadsdeel Escamp). De nieuwe kerk werd in september 1951 in gebruik genomen. Tijdens die plechtigheid waren alle 700 zitplaatsen in de kerk bezet. De eerste dienst van predikant Sijbrandij had als thema: 'Laat u ook zelf als levende stenen gebruiken voor de bouw van een geestelijk huis.' Die Bijbelse woorden vertolkten het optimisme van de wederopbouw.

De architect van de Paaskerk: Westerhout

De architect van de Paaskerk was Gart Westerhout (1893-1975). Zijn vader was bouwvakker met een eigen stucadoorsbedrijf, zodat Gart in de bouwwereld terechtkwam. Samen met Gerrit Rietveld volgde hij tekenlessen en daarna deed hij de tekenopleiding aan de Amsterdamse Rijksnormaalschool (lerarenopleiding). Na als leraar en als bouwkundige te hebben gewerkt werd hij tekenaar bij de bouw van de Leidse Universiteitsbibliotheek. In 1918 kwam hij als bouwkundige in dienst bij de Rijksgebouwendienst.

In 1930 vestigde Westerhout zich als particulier architect in Den Haag. Hij ontwierp het Zee hospitium in Kijkduin dat in 1943 door de Duitsers werd gesloopt voor de Atlantikwall. Na de bezetting kwam hij terug bij de Gemeente Den Haag op de afdeling stadsontwikkeling en volkshuisvesting. In 1949 werd hij hoofd van de gemeentelijke woningdienst. Hij was nauw betrokken bij het plan Morgenstond, waar op grond van Dudoks stedenbouwkundig plan een wijk met arbeiders- en middenstands-woningen werd gebouwd. In de loop van de jaren vijftig specialiseerde zijn Ingenieurs- en Architectenbureau Hoekstra & Westerhout zich in de bouw van ziekenhuizen.

De Paaskerk is de enige kerk die Westerhout heeft ontworpen, maar past in diens reeks van gebouwen met een sociale functie. Het gebouw heeft een ruime opzet met een functionele stijl, als trapeziumvormige zaalkerk, met enkele bijgebouwen en een hoge opengewerkte klokkentoren aan de noordzijde. Het is een herkenbare kerk midden in een levende volkswijk, die in de loop der jaren ruimte aan veel sociale activiteiten heeft geboden. Westerhout, zelf uit de arbeidersklasse afkomstig, was een van de vormgevers van de naoorlogse sociale architectuur in Den Haag.

De grootse plannen van de hervormde kerkvoogdij

De naoorlogse energie van de gemeentelijke stedenbouwkundigen ging goed samen met de ambities van het hervormde kerkbestuur. In 1955 kondigde de Haagse kerkvoogdij aan dat er tenminste vijf kerken en één kapel bij moesten komen. De voorzitter van het bestuur was de advocaat mr. Herman de Ranitz (1899-1981), die afkomstig was uit een bestuurlijk en adellijk geslacht. De jurist lichtte deze grootse plannen toe op een persconferentie ter gelegenheid van het begin van de bouw van de Immanuelkerk aan het Heeswijkplein in de Moerwijk. Twee van de aangekondigde kerken, waren al in aanbouw, waaronder de Kruiskerk in het Bezuidenhout. Dat kostte aanzienlijke sommen geld.

Twee miljoen gulden opbrengst uit 'kerkcenten'

Voor de overige drie kerken en één kapel dacht de kerkvoogdij rond twee miljoen gulden nodig te hebben. De gebouwen konden als wijkcentra dienstdoen, omdat onder de kerkzalen accommodatie ruimte was gemaakt voor het wijk- en jeugdwerk. Verder had het bestuur op zijn programma: de Marcuskerk in Moerwijk/Morgenstond, de Goede Vrijdagkerk aan de Bezuidenhoutseweg, een Johanneskapel aan de Bosbesstraat en een kerk in het nog aan te leggen plan van de wijk Mariahoeve. De benodigde twee miljoen gulden zijn tegenwoordig ongeveer zeven miljoen euro waard. De vraag was hoe en door wie dit bedrag moest worden opgebracht.

Leningen, aflossingen en collecten

De bouwkosten werden uit leningen gefinancierd. Voor de betaling van de aflossingen en de rente waren jaarlijks aanzienlijke bedragen nodig. Die moesten via de hoofdelijke omslag worden opgebracht door de gemeenteleden, en door collecten. De wijk was niet bepaald welvarend. Het bestuur meende dat: 'tal van kerkgangers onvoldoende beseffen, dat de „kerkcent” uit de tijd is én hogere bijdragen nodig zijn om de zéér sterk gestegen kosten te dekken'.

Maar de bereidheid om extra bij te dragen bleek in de praktijk tegen te vallen. Het lijkt erop dat het kerkbestuur, dat vooral bestond uit vertegenwoordigers van de hogere klasse, weinig oog had voor het beperkte budget van de gewone leden.

Het bestuur ging onder leiding van De Ranitz door met kostbare plannen maken. Met name voor de wijkgemeenten, die over te weinig ruimte beschikten voor hun activiteiten. Ook die uitbreidingen moesten door de gemeenteleden en uit de collectes worden gefinancierd.

De mogelijke sluiting van kerken

Tegelijkertijd keken de kerkbestuurders, ook toen al, naar de mogelijke sluiting van kerken. Gedacht werd aan de Willemskerk aan de Nassaulaan (Archipelwijk). Het gebouw, waar in 1909 prinses Juliana nog was gedoopt, bleek veel te groot voor de gewone diensten, maar wel geschikt voor jeugddiensten. Verder dacht men aan kerkdiensten die voor de uit Indonesië afkomstige gerepatrieerden zouden kunnen worden gehouden. Met de opbrengst van de verkoop zou dan in de Archipelbuurt een kleinere en moderne kerk kunnen worden gebouwd Maar de gemeente Den Haag had geen belangstelling voor het pand. Bovendien was de Willemskerk een gebouw met geschiedenis: 'dat de doop van twéé prinsessen van Oranje binnen zijn muren zag plaats hebben en dat jaar op jaar velen trekt naar de uitvoering van de Mattheüs Passion.' Maar in 1962 werd de Willemskerk alsnog gesloten.

De Paaskerk wordt Thomaskerk

In 1997 werd de kerk gerenoveerd. De hervormde Adventkerk aan de Hengelolaan en de gereformeerde Vredeskerk aan de Maartensdijklaan werden gesloten. De gemeenten gingen verder in de Paaskerk, waarvan de naam werd veranderd in Thomaskerk. De kerk werd ook gebruikt door de Indonesische kerkgemeenschap GKIN. Wegens teruglopend kerkbezoek besloot het kerkbestuur in 2012 dat de Thomaskerk en een aantal andere kerken verkocht zou worden. Ondanks protest van kerkgangers werd de laatste hervormde dienst op 23 juni 2013 in de Thomaskerk gehouden.

Naar een nieuwe bestemming: de Al-Qiblatain moskee

Tijdens de wederopbouw van Den Haag stemden de kerkelijke en gemeentelijke bestuurders met de plannenmakers af wat de plaats van kerken was in de nieuwe wijken. De bindende factor was het naoorlogse optimisme, waardoor de kerktorens tot in de hemel leken te groeien. De financiering leidde tot hoge rentelasten en ging uit van een te optimistische inschatting van de draagkracht van de kerkleden en van het toekomstig kerkbezoek. Maar niemand kon voorzien dat het kerkbezoek vanaf de jaren zeventig zo sterk zou afnemen.

 Het gebouw is sinds 2017 van de vereniging Ahmadiyya Anjuman Isha'at Isllam, waarbij vooral Surinaams Hindoestaanse moslims zijn aangesloten. Boven de deur van de Al-Qiblatain moskee prijkt nog steeds de Bijbeltekst uit de eerste brief van Petrus: ‘Laat u ook zelf als levende stenen gebruiken voor de bouw van een geestelijk huis’. Na de leegstand is de Paaskerk weer een levende gebedsruimte, een blijvend monument voor de sociale  architectuur van Gart Westerhout, zoon van een Amsterdamse bouwvakker.


Delpher: Het Vaderland 13 juli 1940, 13 juni 1951, 25 augustus 1951, 3 september 1951

Trouw, 2 juli 2019, De kerk die een moskee werd: dat gebeurt nu niet meer.

Mol van Otterloo, J. de, Westerhout, G., Het Nederlandsch Zeehospitium te Kijkduin, in: "Het Ziekenhuiswezen". - [S.l.]. - Jrg. 14, nr. 7 (jul. 1941), P 5335.0, SISO, 611.2

Westerhout, G., Orgaan van den Bond van Technische Ambtenaren in Overheidsdienst (1923), P 3433.0; jrg. 5, nr. 3 (15 okt. 1923).

Jaarverslagen van de Gemeente 's-Gravenhage (raadpleegbaar via de website).

HGA:

0282-01   Kerkvoogdij der Hervormde Gemeente 's-Gravenhage,

0239-01   Advocatenkantoor de Ranitz

Bibliotheek:

J. Meihuizen, Smalle marges. De Nederlandse advocatuur in de Tweede Wereldoorlog (Amsterdam, Boom: 2010).

Leuk artikel? Ga naar meer informatie over de serie 'Geloven in verandering' of lees het interview met Mohamed Mahawat Khan en Robbert Mohammedamin van de Al Qiblatain moskee.