Varamitra alias Theo Alkemade, mede-oprichter van het Boeddhistisch Centrum Haaglanden (BCH) aan de Uilebomen legt kort en bondig uit waar het centrum voor staat: het BCH wil vanuit de Westerse werkelijkheid de leer van Boeddha vorm en inhoud geven in het dagelijks leven van de beoefenaren, in het hier en nu.

Varamitra alias Theo Alkemade en Femke Merkx (foto Robin Butter)Femke Merkx en Varamitra alias Theo Alkemade (foto Robin Butter)

Het is een pragmatische manier om in de hectiek van alledag te kunnen blijven handelen vanuit aandacht en mededogen naar zowel jezelf als de ander. De beoefening van ethiek, wijsheid en meditatie staan centraal in het centrum, waar de tientallen deelnemers vooral via-via binnenkomen. Iedereen beoefent daarbij op zijn eigen niveau.

Sporen van het boeddhisme

Varamitra: “Het boeddhisme heeft nooit een centraal leergezag gekend. Het is altijd aangepast aan de lokale situatie en lokale gebruiken. Kijk, het boeddhisme in Sri Lanka heeft een andere uitingsvorm dan boeddhisme in Tibet, en die uitingsvorm is dan weer anders dan die in China of Thailand. In China moeten monniken werken, in Sri Lanka juist niet. In Thailand is het boeddhisme gemengd met elementen uit de animistische cultuur en in China heeft het boeddhisme zich vermengt met het Taoisme en het Confucianisme. In het Oosten heeft religie niet zo’n strikt verzuild karakter zoals we dat in Nederland gewend zijn. Alles wat werkt, is goed. Daar is men vaak niet zo dogmatisch.”

De organisatie-adviseur, die als dertiger alles verkocht en met een rugzak op pad ging, vond tijdens zijn jarenlange spirituele reis zelfs sporen van boeddhisme afgebeeld op porseleinen flessen, in mooi Delfts Blauw. In kloosters van Azië tot aan San Francisco heeft hij zich verdiept in de geschiedenis en de verschillende praktijken van het boeddhisme. “De Grieken kwamen op hun handelsroute al vele boeddhisten tegen, net als Nederlanders in de Gouden Eeuw. Zo nieuw is het allemaal niet.”

Het Boeddhistisch Centrum Haaglanden aan de Uilebomen (foto Robin Butter)Het Boeddhistisch Centrum Haaglanden aan de Uilebomen (foto Robin Butter)

Toch was het boeddhisme juist helemaal ‘in’ toen hij na zijn lange wereldreis eind jaren ’90 terugkeerde in Amsterdam. In de hippe hoofdstad sloegen zijn cursussen meteen aan, onder yuppen, zzp-ers en studenten. Toen Varamitra met zijn partner enkele jaren later besloot om in Den Haag een nieuw centrum op te richten, kreeg hij in de hoofdstad meewarige reacties. ‘In dat saaie Den Haag, met al die conservatieve gezinnetjes, daar wil je toch niet dood gevonden worden.”

Ambtenaren van de gemeente Den Haag leken ook eerst wantrouwend toen Varamitra de komst van een boeddhistisch centrum kwam aankondigen. “Ze dachten dat we subsidie wilden. Nee, zeiden we, geen geld, we zijn volstrekt autonoom. We willen helpen verbinden, en een bijdrage leveren aan uw stad.” 

'Kom van het kussen af'

De cursussen zijn volgens Varamitra eigenlijk een soort ‘boeddhistische boerenwijsheid, op zoek naar een manier van leven die gelukkig maakt’. En ze zaten ook in Den Haag meteen vol.

Na een tijd in de Copernicusstraat verhuisde het BCH na het voormalige schoolgebouw aan de Uilebomen. “De wijk was een zogeheten Vogelaarwijk. Bij de gemeente leefde vast de gedachte dat we wat aan de verheffing konden bijdragen.”

Naast het opzetten van het BCH werkte Varamitra als ambtenaar. Ondanks zijn allergie voor starre systemen werd hij op het ministerie van justitie hoofd boeddhistische geestelijke verzorging voor het gevangeniswezen, een pioniersfunctie. Uiteindelijk lukte het hem ook om de opleiding voor (boeddhistisch) geestelijk verzorger aan de Vrije Universiteit van de grond te trekken. Deze wereldse betrokkenheid karakteriseert Varamitra, die in kringen van Nederlandse boeddhisten befaamd is voor zijn praktische invulling van het boeddhisme onder het motto ‘kom van dat kussen af’ en draag in je omgeving bij aan het welzijn van allen. ” Op welk aspect dat ook moge zijn: de praktische zorg voor anderen, voor duurzaamheid, voor een betere stad.

Ruimte is het mooiste dat er is

De voortrekker van BCH heeft kortgeleden de leiding van het Haagse centrum overgedragen aan enkele begeleiders, waaronder Femke Merkx. De gepromoveerde wetenschapsfilosoof en socioloog begon aanvankelijk met mediteren om de werkdruk het hoofd te bieden. Van daaruit ontstond nieuwsgierigheid naar het boeddhisme en kwam ze bij het BCH terecht. De boeddhistische benadering van ethiek en de boeddhistische filosofie resoneerden direct. Merkx: “Als wetenschapper probeer je grip te krijgen op de werkelijkheid, door de complexiteit te reduceren. Op allerlei vlakken hebben we daarmee de werkelijkheid naar onze hand gezet en is het leven beter geworden. Maar helaas heeft die vooruitgang ons ook veel ellende opgeleverd, negatieve effecten, die we niet hadden voorzien. Hoe me daartoe te verhouden is altijd een worsteling voor mij geweest. In het boeddhisme vond ik een antwoord. Daar draait het om de erkenning dat er uiteindelijk niets is om aan vast te houden. Als je daar echt tot in al je vezels van doordrongen bent, blijft er alleen nog mededogen over.” Voor haar is de zorg voor een duurzamere wereld een belangrijke manier om op praktische wijze met boeddhisme bezig te zijn. Zij deelt de inhoudelijke leiding van het centrum nu met enkele andere begeleiders. Het centrum is vrij plat georganiseerd en wil vooral een sangha zijn, een groep van beoefenaars die elkaars leraar zijn.

Voor Varamitra, die vaker in zijn leven dingen opbouwde en vervolgens weer losliet, liggen dingen nu weer open. ‘Ruimte is toch het mooiste wat er is.”

Leuk artikel? Ga naar meer informatie over de serie 'Geloven in verandering' of lees het artikel over het Boeddhistisch Centrum Haaglanden aan de Uilebomen.