Direct na de verkiezingen voor de Tweede Kamer begint de formatie van een nieuw kabinet. Niet altijd een eenvoudige opdracht, zo blijkt ook uit het verhaal van de kabinetsformatie van 1972-1973.

1972, Kandidaat-ministers uit de P.v.d.A., D'66 en P.P.R. presenteren zich in de Tweede Kamer voor een progressief-kabinet | Foto: Stokvis 
Nieuwe partij DS'70

Uit onvrede met de invloed van Nieuw Links op de Partij van de Arbeid richtten enkele sociaaldemocraten in 1970 Democratisch Socialisten ’70 op. Met Willem Drees jr. als lijsttrekker haalde DS’70 bij de Tweede Kamerverkiezingen van 28 april 1971 direct acht zetels.

Coalitiepartner in de nieuwe partij

De vier partijen die van 1967-1971 het kabinet-de Jong gevormd hadden – KVP, ARP, CHU en VVD – verloren hun meerderheid en vonden in de nieuwe partij een coalitiepartner. Drees jr. werd minister van Verkeer en Waterstaat in het eerste kabinet van de ARP’er Barend Biesheuvel.

Uit het kabinet-Biesheuvel

Om het oplopende tekort in te dammen moest op de begroting voor 1973 stevig bezuinigd worden. De ingrepen in het openbaar vervoer en de gezondheidszorg die de minister van financiën voorstelde, konden de DS’70-bewindslieden niet voor hun rekening nemen en dus stapte DS’70 in de zomer van 1972 uit het kabinet-Biesheuvel. De overgebleven regeringspartijen vormden een minderheidskabinet.

Vervroegde verkiezingen

Na de vervroegde verkiezingen van 29 november 1972 won koningin Juliana zoals gebruikelijk advies in bij beide kamervoorzitters, de vice-voorzitter van de Raad van State en de voorzitters van de Tweede Kamerfracties.

De koningin arriveerde bij paleis Huis ten Bosch, vergezeld van haar hond Zarah, een basenji. Honden van dit Afrikaanse ras kunnen niet blaffen, maar maken wel andere geluiden. De geluiden die de fractievoorzitters en andere adviseurs van de koningin lieten horen, leidden tot de aanstelling van staatsraad M. Ruppert tot informateur. Hij adviseerde eind januari 1973 een vooraanstaand PvdA’er tot formateur te benoemen.

Formatie perikelen

Mr. J.A.W. Burger begon op 1 februari te formeren maar moest ruim twee maanden later zijn opdracht teruggeven. Opnieuw traden informateurs aan: mr. A.A.M. van Agt van de KVP en dr. W. Albeda van de ARP. Zij koersten aan op een kabinet van PvdA, KVP, ARP, CHU, D66 en PPR. Voor de formatie traden opnieuw Ruppert en Burger aan. De CHU kon zich niet vinden in de voorgestelde zetelverdeling en haakte af.

Vechtkabinet Den Uyl

De overige partijen kwamen wel tot overeenstemming over de zetels en de bezetting daarvan. In een pre-constituerend beraad stelden de kandidaat-ministers het regeringsprogram vast. Drs. J.M. (Joop) den Uyl werd de eerste PvdA-premier na Willem Drees sr. Hoewel het kabinet-den Uyl de naam had een vechtkabinet te zijn, diende het bijna de rit uit. Nadat het diverse stormen had doorstaan – de oliecrisis, Moluks terrorisme, de Lockheed-affaire – viel het uiteindelijk in 1977 op de grondpolitiek.

Nieuw kabinet Van Agt-Wiegel

De PvdA won de verkiezingen, maar het lukte die partij niet tot overeenstemming te komen met de drie christendemocratische partijen die inmiddels als één blok optraden. Er kwam dus geen tweede kabinet-den Uyl maar een kabinet-van Agt-Wiegel.

En hond Zarah?

Zarah leeft voort in de anekdote dat koningin Juliana haar aftreden wilde aankondigen met haar hondje op schoot. Mensen in haar omgeving wisten haar dit uit het hoofd te praten en dus kwam Zarah niet in beeld toen de vorstin op 31 januari 1980 de Nederlandse televisiekijkers vertelde dat zij op 30 april het koningschap zou overdragen aan haar dochter Beatrix.