Hij woont sinds 1968 in een mooie straat in Laakkwartier, waar nog steeds veel buren elkaar kennen en helpen. En hij ergert zich als Laak in de media weer eens als negatieve buurt wordt weggezet. Jan Toonen (80), voormalig timmerman, ondernemer en zweminstructeur, woont al decennia in Laak-West en helpt vaak met technische klusjes. Hij oogt topfit, een beetje rebels met fonkelende ogen. “Nee, in Laak wonen niet overal terroristen. Ik heb echt niets met types als Wilders, die alleen maar willen scoren met angst. Mensen zijn gewoon mensen.”

Jan Toonen, foto Robin ButterJan Toonen, foto Robin Butter

Computers om weg te geven

Jan Toonen heeft de vrijwilligersprijs van de Gemeente Den Haag gehad, omdat hij naast zijn ander werk half Den Haag zwemmen heeft geleerd. Hij gaf decennialang les in verschillende zwembaden en heeft zelfs eigen lesboeken geschreven, met aandacht voor culturele verschillen tussen zwembeginners. En ondertussen heeft hij in z’n vrije tijd ook zo’n 1000 computers opgeknapt. Hij geeft ze weg aan mensen, die een laptop niet kunnen betalen, onder meer als vrijwilliger in de Weggeefwinkel aan het Jonckbloetplein. Hij liep er toevallig een keer langs, zo’n 15 jaar geleden en helpt sindsdien met computers en boeken. 

Sociaal gevoel in de volkswijk

Toonen beschouwt zichzelf ook een beetje als zoon van migranten. Zijn ouders kwamen in crisistijd in de jaren ‘30 vanuit Assen naar de stad, op zoek naar werk. Jan is in 1941 geboren, in de Joubertstraat in Transvaal, waar zijn ouders waren neergestreken nadat zij beiden een baan bij de Haagse rubberfabriek Vredestein hadden gevonden. Zijn vader overleed in 1953  en liet zijn vrouw met vijf jonge kinderen achter. Het gezin kreeg veel steun in de volkswijk Transvaal. “We noemden iedereen in de straat tante en oom, de ouders van de buurkinderen zorgden ook een beetje voor ons. Mensen waren sociaal en buurtgericht.” Boodschappen werden gewoon opgeschreven bij de kruidenier, en moeder kon afrekenen als haar maandloon binnen was. Jan ging naar de De la Reyschool, en rondde de Jan Campert Mulo af in de Bloemfonteinstraat

Van Vredestein naar een eigen bedrijf

Hij wilde eigenlijk sportleraar worden maar dat zat er financieel niet in. Het werd de boekhoudafdeling van Vredestein, waar nog de sfeer heerste van een chef, die op een verhoogd plateautje zat en waar je ‘je mond moest houden en je werk doen.’ Een niet gemakkelijke situatie voor de rebelse Jan. Door in dienst te gaan, werd hij stoerder, ‘spijkerbroek, drankjes, maar zonder alcohol’. De timmerman kwam op een gegeven moment zijn vrouw tegen, een mooi meisje dat hij op het strand zag liggen. Hij zette door. Met haar ging hij in de Regentessebuurt wonen en richtte samen met een compagnon een eigen bedrijf op. Het buurtgevoel was anders dan in Transvaal, en de oliecrisis in de jaren ’70 droeg eraan bij dat mensen met gordijnen dicht woonden. De buurt werd ook gemengder. De eerste migranten kwamen uit Italië, later kwamen ook Indonesiërs en Surinamers in de buurt wonen. 

Stadsvernieuwing en verhuizing naar Laakkwartier

De stadsvernieuwing eind jaren ’80 kwam hard aan, straten vielen uit elkaar doordat mensen hun huis uit moesten. “Buren vertrokken naar verschillende wijken. Maar mensen gingen vaak samenklitten en raakten zo opgesloten in de eigen groep.” Ook zijn bedrijf werd uitgeplaatst naar industriegebied Dekkershoek. En de Newtonstraat werd te klein voor het gezin met inmiddels drie kinderen. Laak was een prima alternatief. “Het was gezellig, veel winkels op de Gouverneurlaan, mooie scholen en vooral geen stadsvernieuwing. Het voelde een beetje als een eigen dorpje, als je onder de brug van de Parallelweg door was, kwam je thuis.” Jan bleef de avonturier en vertrok onder meer in 1987 naar Libië voor een klus in de interieurbouw, vlak na het bombardement op Tripoli door de VS in dec. 1986. “Ik heb altijd hard gewerkt, maar het ging mij niet om steeds meer en meer te verdienen. Als ik maar genoeg had, was het gewoon goed.” 

Zwemmen en lesgeven in de Waterthor

Zijn hobby bleef de watersport. “Ik haalde mijn zwemdiploma pas met 12 jaar, omdat mijn moeder eerder het geld ervoor niet had. Maar de aardige meneer Van Laan in het voormalige zwembad de Regentes, regelde korting voor mij.” Toonen bleek talent te hebben voor waterpolo en speelde zelfs landelijk, bij ZIOS (Zwemmen Is Onze Sport). Zwemmen was populair in de stad, Den Haag telde in die tijd zelfs elf zwembaden. Toen hij zelf begon les te geven, werd hij snel bekend als betrokken en geduldige zwemmeester, iemand waar je moest zijn. “Ik vond het ook leuk om mij te verdiepen in de culturele achtergronden van mijn cursisten, de verschillen bijvoorbeeld tussen Turkse en de Koerdische cultuur. Dat konden mensen wel waarderen.” Als Corona het toelaat, gaat hij weer door met lesgeven, op vrijdagavond in de Waterthor

Fotograferen en vastleggen van veranderend Laak

Laak blijft zijn thuis. Typisch Haags vindt hij een fietstocht langs de hofjes in de binnenstad, of langs de vele parken in de stad, van het Westbroekpark tot Park Overvoorde. Jan Toonen fotografeert onderweg. Hij weet veel van Haags industrieel erfgoed en heeft in zijn groot fotoarchief de verandering van Laak bijna minutieus gedocumenteerd. Hoe de kademuren werden vernieuwd van de Petroleumhaven, het viaduct werd vervangen en de Haagse Hogeschool ontstond. Ook heeft hij de aanleg van de Rotterdamse baan gefotografeerd. “Ik neem bijna maandelijks een paar foto’s. Het is een goede manier om de tijdsgeest te vangen.” 


Leuk artikel? Lees meer over ons project om de herinneringen van de inwoners van onze stad vast te leggen, of ga naar een van de andere gastblogs.

Wilt u met uw verhaal ook bijdragen aan de geschiedenis van Den Haag en al haar wijken? Neem dan contact op met Samantha van As, senior archiefmedewerker, via 06 5005 3234 of Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken..