In 1897 begon de in Den Haag geboren zeventienjarige Henry J. Wilson met een rijksdaalder en twee guldens op zak een éénmans-limonadefabriekje  op de hoek van de Nieuwe Haven en de Schedeldoekshaven. Deze straat droeg toen de schilderachtige naam Wijd en Zijd.

 Nieuwe Haven bij de Ammunitiehaven (links), het zogenaamde Wijd en Zijd, ca 1900, maker onbekendNieuwe Haven bij de Ammunitiehaven (links), het zogenaamde Wijd en Zijd, ca 1900,
maker onbekend

Goed voor goud

Wilson besteedde zijn centjes aan de aankoop van vijftig flessen, een vat bier van vijfentwintig liter, een halve kuip om flesjes te spoelen en een oude groentemand om flesjes bier naar klanten te vervoeren. Het begin was niet gemakkelijk, maar gelukkig hielp zijn vrouw, met wie hij op jonge leeftijd was getrouwd, flink mee en Henry zelf beschikte over een groot doorzettingsvermogen.

Al snel zag hij meer winst in limonade, die hij in tegenstelling tot andere fabrikanten, uit suiker en echt vruchtensap samenstelde. Het bleek een succesproduct, want in 1911 won hij daarmee de zilveren medaille op de tentoonstelling voor Horecaondernemers in Den Haag en vervolgens in datzelfde jaar een gouden medaille op een tentoonstelling in Londen

Uniek in Nederland

Vanwege de overname van de firma N.V. ‘Eureka’ veranderde de fabriek in 1917 de naam in ‘Henry Wilson & Co’. In de volksmond bleef de fabriek de naam Wilsons Limonadefabriek dragen.

Het bedrijf breidde uit en 1930 werd een belangrijk jaar voor Henry Wilson. Hij kocht toen een automatische flessenvulmachine van Duits fabricaat, waardoor er ieder uur drieduizend gevulde flesjes van de band konden rollen. Dit was uniek in Nederland.  Omstreeks deze tijd verplaatste Wilson de productie-eenheden naar de Amsterdamse Veerkade 48. Het pand aan de Schedeldoekshaven werd geschikt gemaakt voor expeditie en opslag. Ruimtegebrek bleef. Uiteindelijk werd besloten tot een nieuwe fabriek. Die opende in 1939 aan de Amsterdamse Veerkade 38 de deuren. Alle uitbreidingen werden overigens uit eigen middelen gefinancierd. 

Succesvolle zoon

In de oorlog hoefde de limonadeproductie niet te worden stopgezet. Op bescheiden schaal bleef de fabriek in bedrijf. Na de oorlog trad Kees Wilson, de zoon van Henri Wilson, meer op de voorgrond. Op 1 oktober 1948, de dag dat de suiker van de bon ging, ontvouwde Wilson junior zijn plannen om een verkooporganisatie op te starten. Dit lukte en al snel kon Wilson & Co optreden als verkoopkantoor van de Koninklijke Maatschappij De Betuwe in Tiel en hun vruchtensappen aan de horeca verkopen. Ook voerde Wilson & Co het agentschap voor Leiden en omgeving voor Hoppenbrouwer’s Limonadefabriek.

Kees Wilson was succesvol. Hij zorgde ervoor dat tussen 1948 en 1960 de producten via 250 vertegenwoordigers aan de man werden gebracht.

Huldiging voor Henri Wilson

De limonadeproductie nam in de jaren vijftig flink toe. De fabriek produceerde inmiddels vruchten- en gazeuse-limonades, sodawater en gingerale. De productie was inmiddels gestegen tot twaalfduizend flesjes per uur. De omzet liep in de miljoenen. Op 18 november 1958 werd het zestigjarig bestaan van de fabriek groots gevierd. Naast de opening van een nieuwe hal bij de fabriek stonden een receptie en een soiree in het Gebouw voor Kunsten en Wetenschappen aan de Zwarteweg op het programma. Er kwamen circa 2.500 gasten uit binnen- en buitenland. Middelpunt van de feestelijkheden was de inmiddels 78-jarige oprichter, Henri Wilson. Hij werd deze middag door de vertegenwoordigers van de fabriek gehuldigd. Op bijgaande foto is Wilson 75 jaar. Hij zat toen nog, samen met zijn zoon, in de directie van de limonadefabriek. 

Henri Wilson, oprichter en directeur van de limonadefabriek Wilson, omstreeks 1955 – Foto: AméricainHenri Wilson, oprichter en directeur van de limonadefabriek Wilson, omstreeks 1955 – Foto: Américain

Uitbreiding naar het buitenland

De firma beperkte zich niet tot Nederland alleen. Ook in het buitenland breidde Wilson uit. In België en Noorwegen waren er bottelaars die onder licentie produceerden en in 1964 kwamen die ook in Spanje

In 1966 nam Wilson’s de Haagse limonadefabriek Trio over. Deze fabriek zat aan de Sirtemastraat. De machines konden inmiddels vijfentwintigduizend flessen per uur verwerken en voor de opslag van deze flessen waren er meer dan twintig pakhuizen, in Hasselt, Amsterdam, Rotterdam en Den Haag, in gebruik.

Feest met een schaduwrand

Het jaar daarop ging het minder goed. In het jaarverslag weet de limonadefabriek dit aan de afronding van de saneringskosten en de reorganisatiekosten die met de fusie met ‘Trio’ gepaard waren gegaan. In 1968 werd het zeventigjarig bestaan nog gevierd. Het bleek een feest met een schaduwrand, want nauwelijks één jaar later ging de fabriek failliet en kwam de volledige inboedel en het wagenpark onder de veilinghamer. Het faillissement en de veiling heeft Henri Wilson gelukkig niet meer mee hoeven maken. Hij overleed op 15 juli 1960.


Dit artikel is onderdeel van een reeks artikelen gepubliceerd in Den Haag Centraal, geschreven door (oud) medewerkers van het Haags Gemeentearchief.

Auteur: Nicolette Faber-Wittenberg