De Haagse markt verhuisde in 1938 van de Prinsegracht naar de Herman Costerstraat. Hoewel de kooplieden van toen heftig tegen de verplaatsing protesteerden, heeft de markt wortel geschoten in het Transvaalkwartier. Met ruim 500 kramen die op maandag, woensdag, vrijdag en zaterdag bemand worden gaat de Haagse markt door voor de grootste van Europa.   

Prinsegracht het pand links is nr. 15 Van Stockum Antiquariaat de twee andere panden zijn in 1923 afgebroken bij de doortrekking van de Jan Hendrikstraat van de Laan naar de Prinsegracht 1895. Maker onbekend

Aanleg parkeergarage 

De laatste grote vernieuwing was de aanleg van een parkeergarage onder het marktterrein, in 1988 en 1989. Inmiddels klinkt de roep om vernieuwing luid en is er behoefte aan meer loopruimte en een prettiger uitstraling aan de zijde van de trambaan van lijn 11. Ook wordt nagedacht over een overkapping waarbij zichtbaar moet blijven of de zon schijnt of dat het regent. 

De behoefte de markt aantrekkelijker te maken tijdens slecht weer is niet nieuw. In 1956 stelde de nieuw opgerichte marktkoopliedenvereniging De Toekomst voor een hal te bouwen die 3,5 miljoen gulden zou kosten. In overleg met de gemeente rolde een goedkoper plan uit de bus waarbij een aantal ‘overkappingen met aerodynamische werking’ zouden verrijzen. Dergelijke kappen hadden elders in Nederland al hun nut bewezen als bijvoorbeeld garage of fietsenstalling. Uiteindelijk veranderde er echter niets en bleven de marktbezoekers als vanouds blootgesteld aan weersinvloeden. 

Herman Costerstraat overzicht van de markt. Foto Gemeente Den Haag

Experiment met proefoverkappingen 

Twaalf jaar later volgde opnieuw een experiment.  Mogelijk naar aanleiding van de opening van de Markthof aan de Gedempte Gracht, een kleine overdekte markt, werden in juni 1968 twee proefoverkappingen geplaatst op de markt in de Herman Costerstraat. De onthulling van de proefkappen viel samen met het 30-jarig bestaan van de markt. Onder het groene licht dat de polyesterglasvezelplaten doorlieten, huldigde de Haagse afdeling van de Centrale Vereniging voor de Ambulante Handel op 16 juni ruim veertig kooplieden die meer dan 35 jaar een standplaats hadden op de grote markt. Onder hen de 70-jarige bananenkoopman Herman Otten, die al 56 jaar actief aan het marktleven deelnam. De oudste koopman was de 84-jarige ‘Ome Henk’. 

Volgens Het Binnenhof zou aan de hand van de ervaringen, opgedaan in een proefperiode van een half jaar, besloten worden ‘hoe en wanneer de Herman Costerstraat een overdekte markt wordt’. In hoeverre het aan het groene licht lag is niet te achterhalen, maar geen van beide ontwerpen kwam tot uitvoer.  

Auteur: Wim de Koning Gans